Schrijver Herman Koch heeft kanker: “Dit is misschien wel het beste wat me had kunnen overkomen”

Cultuur
donderdag, 04 januari 2024 om 16:57
welingelichtekringen header 1
Herman Koch (70) doet niets meer tegen zijn zin sinds hij vier jaar geleden de diagnose prostaatkanker met uitzaaiingen kreeg, zegt hij tegen de journalist van De Standaard die hem interviewt over zijn uitgezaaide kanker.
In februari 2020 was Herman Koch volop bezig met de promotietournee rond zijn boek Finse dagen, toen hij met lastig te verbergen ongemakken op controle ging en het verdict te horen kreeg. De tournee werd afgezegd ‘wegens privé-omstandigheden’, de handvol geliefden en vrienden die hij na verloop van tijd inlichtte, vroeg hij om discretie en even later deed de pandemie de rest, namelijk alles van persoonlijk belang overspoelen.
“Dodelijk ziek worden plaatst je in het centrum van de aandacht”, zegt Herman Koch boven een biertje. “Hoewel mijn arts me onomwonden zei dat de belangstelling van de gemiddelde omgeving amper vijf maanden aanhoudt. Daarna is iedereen wel zo’n beetje op jou en je kanker uitgekeken. Ik had geluk en hoefde niet eens zo lang te wachten: na een maand leek het alsof iedereen me voorbij holde terwijl ik bleef staan, want daar kwam de covidtsunami aan.” En zo bleef Kochs kanker al die jaren een relatief goedbewaard geheim.
Zijn nieuwe boek - Ga je erover schrijven? - gaat over zijn ziekte.
“ Autobiografisch schrijven zit wel in meer van mijn boeken, zoals in Finse dagen, dus laten we zeggen dat ik het moeilijk kon tegenhouden: ik schrijf niet per se om over iets te berichten, maar vanuit een gevoel dat zich opdringt en waaruit een verhaal ontstaat. Kanker is een feit, maar boven alles een emotionele ervaring.”
“Ik ben altijd allergisch geweest voor gewichtigheid, ook bij anderen”, zegt Koch. “Niet dat ik gedwongen luchtig wil doen, maar ik wil meester blijven over de toon waarmee ik over mijn ziekte praat en schrijf. Toon is sowieso belangrijk, vind ik, in alles.”
“Door de diagnose is mijn hele leven plots van een plot voorzien. En alles wat ik schrijf, kun je in dat licht zien. Dat gaat nooit meer weg, vrees ik. Er is ook niet meer echt een toekomst – ik word elke zes maanden onderzocht en dan ben ik bloednerveus, dus ik leef in het moment, van het ene onderzoek naar het andere. 
Bron(nen): De Standaard