De aandelenmarkt in Japan ging maandag hard onderuit. De Nikkei in Tokio sloot meer dan 12 procent lager en leed daarmee het grootste koersverlies sinds de beurscrash in 1987. De Japanse hoofdindex zakte daarmee tot het laagste niveau in zeven maanden.
In de afgelopen drie handelsdagen heeft de Nikkei ruim 20 procent aan waarde verloren, en staat nu bijna 28 procent onder het recordniveau van afgelopen maand. Dat is de grootste driedaagse koersdaling sinds de financiële crisis in 2011. Beleggers vrezen dat de Amerikaanse Federal Reserve te lang heeft gewacht met het verlagen van de rente om een forse afkoeling van de
economie te voorkomen.
Rentebesluit FED
De Fed hield vorige week de rente opnieuw onveranderd en lijkt nu pas in september te gaan beginnen met het verlagen van de leenkosten om de economie te ondersteunen. Vrijdag bleek dat de groei van de werkgelegenheid in de Verenigde Staten in juli flink is afgezwakt. Dat verergerde de zorgen over een afkoeling van de grootste economie ter wereld en van de Amerikaanse arbeidsmarkt.
In Japan gingen vooral de exportbedrijven hard omlaag door een stijging van de Japanse yen. Autofabrikant Toyota, die veel omzet haalt in het buitenland, zakte dik 9 procent. De Japanse munt wordt in onrustige tijden als een veilige haven gezien en stijgt daardoor in waarde, en dat maakt Japanse producten in het buitenland duurder. Ook andere veiligere beleggingen als de Zwitserse frank en goud stegen in prijs. Daarnaast vluchten beleggers in staatsobligaties.
De Kospi in Seoul raakte 6,7 procent kwijt. Grote Zuid-Koreaanse tech- en chipbedrijven als Samsung en SK Hynix leverden rond de 8 procent in. Ook in Sydney was de stemming negatief. De Australische hoofdindex verloor 3 procent. De beurs in Hongkong hield het verlies daarentegen beperkt tot 0,2 procent en de hoofdindex in Shanghai boekte een nipte winst van 0,1 procent.