De plannen van het kabinet voor volgend jaar zorgen er volgens het Centraal Planbureau voor dat gemiddeld genomen alle groepen er financieel iets op vooruitgaan. Een overzicht van de belangrijkste veranderingen per 1 januari en de gevolgen ervan voor de portemonnee:
- Door de herinvoering van een derde schijf in de inkomstenbelasting, gaan alle werkenden over het eerste deel van hun inkomen (tot 38.441 euro) minder belasting betalen. Dit voordeel wordt voor de minst verdienenden overigens deels tenietgedaan door een verlaging van de algemene heffingskorting.
- Het wettelijk minimumloon stijgt zoals gebruikelijk mee met de gemiddelde ontwikkeling van de cao-lonen, en gaat van 13,68 euro naar 14,06 euro (bruto) per uur. Ook de aan het minimumloon gekoppelde uitkeringen, zoals de AOW en de WIA , stijgen mee.
- De huren in de vrije sector mogen met maximaal 4,1 procent omhoog. Voor de middenhuur geldt een maximale huurstijging van 7,7 procent.
- De meeste werkende ouders krijgen een groter deel van de kosten die zij maken voor kinderopvang vergoed. Ook de maximale uurprijs die vergoed wordt, gaat omhoog. Het kindgebonden budget en de kinderbijslag stijgen eveneens.
- De Belastingdienst gaat voor het eerst in jaren de regels tegen schijnzelfstandigheid volledig handhaven. Werkgevers kunnen weer een naheffing krijgen als zij zzp'ers inschakelen voor werk dat in loondienst gedaan zou moeten worden. Op aandringen van de Tweede Kamer zullen hiervoor het komende jaar nog geen boetes worden uitgedeeld.
- De belasting op prijzen van loterijen in het casino of andere kansspelen gaat omhoog van 30,5 naar 34,2 procent. Dit geldt alleen voor prijzen boven de 449 euro.
Bron: ANP