Werknemers met een flexibel dienstverband blijven vaker aan het werk dan twee jaar geleden. Ook lukt het ze vaker om een vaste aanstelling in de wacht te slepen. Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerde
cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Inmiddels wordt minder dan 4 procent van deze tijdelijke werknemers en oproepkrachten na drie maanden werkloos. In het eerste kwartaal van 2014 gebeurde dat nog bij ruim 5 procent. Het percentage doorstromers van een flexibel naar een vast dienstverband groeide tegelijkertijd van ruim 11 naar ruim 12 procent. Eerder nam de doorstroom van flexibel naar vast nog af.
Bedrijven maken tegenwoordig steeds meer gebruik van werknemers zonder vast contract. Dat wil zeggen: er komen meer nieuwe flexwerkers bij dan dat er werkloos worden of een vaste aanstelling krijgen. Afgelopen kwartaal hadden ruim 1,7 miljoen mensen een flexibel dienstverband, ruwweg een kwart van alle werknemers. Bij de vorige peiling, twee jaar terug, waren dat er nog ruim 1,6 miljoen.
Overigens heeft slechts één op de vijf flexwerkers er zelf bewust voor gekozen om flexibel werk te doen. De meeste mensen met zo'n aanstelling hebben deze volgens het statistiekbureau alleen maar uit noodzaak, bijvoorbeeld omdat ze geen vaste baan kunnen vinden.