"Mijn functie heet officieel 'medewerker platform', maar iedereen noemt ons koffergooiers." Volkskrant-journalist Jeroen van Bergeijk werkte een maand op Schiphol om te ervaren hoe dat was. Hij krijgt per uur 20 cent meer dan het minimumloon, voor klote werk. "Koffers gooien... het is een kutbaan. Het is zwaar, gevaarlijk, slecht voor je rug."
Zijn eerste toestel is een Airbus 320, schrijft hij. "Deze A320 is een 'handbakkie', zoals mijn collega's het noemen. Dat betekent dat de bagage van deze vlucht van Barcelona naar Amsterdam met de hand uit het toestel gehaald moet worden. Dat gaat zo: omdat de laadruimte slechts 1,24 meter hoog is, moet je op je knieën zitten. Je rukt een koffer van de berg bagage achter in het ruim en smijt, schuift of rolt die naar een collega die bij de laaddeur zit. Die gooit de koffer op een transportband, waarna er beneden op het platform nog twee mensen staan die de bagage weer op een karretje mieteren. Het idee dat al die tassen, rugzakken en koffers van mensen zijn die misschien niet zo blij zijn dat er zo met hun spullen wordt omgesprongen - dat idee is iedereen die hier werkt binnen de kortste keren kwijt."
Bergeijk vertelt ook hoe het gaat met je kostbare bijzondere spullen, zoals je fiets of je kinderwagen. "De narigheid begint met afwijkende bagage: fietsen, golftassen, ski's en surfplanken. Die laten zich allemaal niet zo makkelijk hanteren."
Valt het met de hoeveelheid gewone bagage wel mee, dan leg je die rare formaten apart, maar als het druk is en de bagage over de band binnen blijft stromen, dan gooien we alles op en door elkaar: golftassen op dure fietsen, zware koffers op surfplanken. In praktisch elke laadruimte kom je stille getuigen tegen van de grofheid waarmee er met bagage wordt omgesprongen: losse handvatten, afgerukte wieltjes en verdwaalde bagagelabels. Regelmatig valt er bagage van de overvolle band drie, vier meter lager op het asfalt. Als dat met bijvoorbeeld een buggy gebeurt, overleeft die het doorgaans niet."