Als het om de koopkracht gaat is het kabinet wat positiever dan op Prinsjesdag: Het besteedbaar inkomen van Nederlanders ligt in 2015 0.75% hoger dan nu. Maar de nieuwe belastingmaatregelen van het kabinet gaan ook in en dat heeft voor veel mensen gevolgen. Werknemers betalen komend jaar minder belasting door de verhoging van de arbeidskorting en veel huishoudens profiteren van een hogere algemene heffingskorting. Het netto maandinkomen kan daardoor wat hoger uitpakken. Wie minimumloon verdient of minder gaat er eerst op achteruit (ongeveer 10 euro per maand) maar krijgt na de belastingaangifte meer terug. Gezinnen met één kostwinner krijgen te maken met een daling van de koopkracht van 2,5%. Daarmee wil de regering huisvrouwen aan het werk zien te krijgen. Een deel van de pensioengerechtigden is beter af want er hoeft minder afgedragen te worden aan de inkomensafhankelijke zorgpremie. Maar de pensioenen stijgen niet mee met de inflatie en de pensioengerechtigden krijgen minder zorgtoeslag, daarom gaat de helft er juist op achteruit. De AOW stijgt wel mee met de inflatie. Voor alleenstaande ouders verandert er heel veel, wat uiteindelijk neerkomt op een daling van de koopkracht met 0.5% voor wie als alleenstaande ouder in de bijstand zit. Het kindgebonden budget stijgt maar de bijstand is beduidend lager. Dit houdt elkaar bijna in evenwicht. Werkende alleenstaande ouders met een minimumloon krijgen een hoger kindgebonden budget zodat het aantrekkelijk wordt voor bijstandsouders om te gaan werken.
Bron(nen): AD