Veel media schreven onlangs dat
mannen die 21 keer per maand klaarkomen een derde minder kans hebben op
prostaatkanker. Daar klopt weinig van, schrijft de Volkskrant. De media baseerden hun bericht nog wel op onderzoek van de prestigieuze universiteit van Harvard. Epidemioloog Jennifer Rider volgde maar liefst 30.000 mannen bijna twintig jaar lang.
Dat klinkt allemaal heel degelijk en betrouwbaar. En toch blijkt de conclusie veel te zwaar aangezet. Ten eerste komt het cijfer van 33 procent uit eerder onderzoek en helemaal niet uit de studie zelf. Daarin gaat het over 20 procent en dat is helemaal niet zoveel. Als een groep van 1000 mannen maar één keer per week klaarkomt, krijgen er 9 per jaar de diagnose prostaatkanker. Komen ze bijna dagelijks klaar, dan krijgen er alsnog 7 de ziekte.
Ten tweede gold dit resultaat slechts voor een onschuldige vorm van prostaatkanker. "Ze halen er een soort kanker uit waarvan je denkt: daarvan hoef je eigenlijk niet eens te weten dat je het hebt", zegt uroloog Kathleen D'Hauwers van het Radboudumc. "Als klaarkomen al een effect heeft, dan is het
toeval of verwaarloosbaar minimaal." Het kan dus ten derde ook nog toeval zijn. Wie weet, leven mannen die dagelijks klaarkomen wel veel ongezonder en overlijden ze al eerder, waardoor ze niet meer terugkomen in het vervolgonderzoek.
Tenslotte zetten critici ook nog vraagtekens bij de statistische analyse. Ze beschuldigen de Harvardwetenschappers van het zogenaamde 'p-hacking': de verzamelde gegevens onverantwoord ver uitwringen tot een mooi resultaat. Ergo, kom vooral zo vaak klaar als je wil, maar doe het niet, omdat je denkt dat je er prostaatkanker mee voorkomt.