Recherchebureau Hoffmann doet al acht maanden onderzoek naar Khadija Arib (PvdA), de oud-voorzitter van de Tweede Kamer. Zij wordt beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag jegens ambtenaren. Maar het onderzoek is niet onafhankelijk en de uitvoering is onzorgvuldig, oordelen deskundigen volgens Follow the Money. "Dit soort methoden hoort niet thuis in een rechtsstaat."
Eind september vorig jaar besloot het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer onder leiding van Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66) tot een extern, ‘onafhankelijk’ onderzoek naar het gedrag van haar voorganger Khadija Arib. Aanleiding vormde een anonieme brief van een (ex-) ambtenaar, waarin Arib beschuldigd wordt van een ‘schrikbewind’ in haar periode als Kamervoorzitter.
Bij het onderzoek van Hoffmann zijn drie hoogleraren betrokken: Willem Bouwens (VU), Aukje Nauta (Leiden) en Mirko Noordegraaf (UU). Zij hebben lange tijd geweigerd om Arib inzage te geven in relevante stukken, zegt Arib tegen Follow the Money. "Sinds maart ben ik aan het corresponderen. Pas nadat ik een advocaat in de arm heb genomen, mag ik na acht maanden "inzage krijgen" in de twee anonieme brieven en het onderzoeksprotocol. Ik wil die brieven zelf hebben aangezien veel partijen hierover beschikken. Dat weigert Noordegraaf." Bronnen rond het onderzoek bevestigen deze lezing van Arib.