62 procent van de Nederlandse bevolking van 4 jaar of ouder gebruikte vorig jaar weleens een bril, zo blijkt uit de zogenoemde gezondheidsenquête van het CBS. 12 procent gaf aan lenzen te dragen, al dan niet in combinatie met een bril. 6 procent gebruikte een ander hulpmiddel om te zien, eventueel samen met een bril of lenzen.
Mensen van 55 jaar of ouder gebruikten vorig jaar in meer dan 90 procent van de gevallen weleens een bril. Bij kinderen van 4 tot 12 jaar was dat 14 procent. Ouderen gebruikten vooral een bril, contactlenzen werden vooral gebruikt door mensen van 16 tot 65 jaar.
Meer vrouwen dan mannen zeiden in 2022 af en toe hulpmiddelen te gebruiken om te zien. Zo droeg 66 procent van de vrouwen weleens een bril, tegen 57 procent van de mannen. Van de vrouwen zei 15 procent lenzen te dragen, tegen 10 procent van de mannen.
65 procent van de mensen van 4 jaar of ouder gebruikte soms hulpmiddelen om beter te zien. Behalve brillen en lenzen gaat het dan ook om bijvoorbeeld een vergrootglas of programma's die teksten uitvergroten. In 2014 was dit nog 62 procent. De stijging komt door de veroudering van de bevolking tussen 2014 en 2022, aldus het CBS.
Wat betreft het gehoor gaf 30 procent van de mensen van 75 jaar of ouder aan af en toe een hulpmiddel te gebruiken om te horen. 28 procent van hen gebruikte af en toe een gehoorapparaat en 9 procent zei een apparaat voor geluidsversterking te gebruiken voor bijvoorbeeld telefoon of televisie.