Een Britse geleerde, William Farr, deed al in 1858 onderzoek naar het verband tussen huwelijk en gezondheid. Hij verdeelde de mensen die hij onderzocht in 3 groepen: de getrouwden, de celibatairen en degenen die hun man of vrouw hadden verloren. Hij vergeleek de sterftecijfers en de uitkomst was: alleenstaanden stierven op jongere leeftijd dan getrouwde mensen. En wie zijn partner plotsklaps had verloren, was helemaal slecht af. Inmiddels is er veel veranderd (je hebt ongehuwd samenwonenden, gays, et cetera), maar in de basis staan de uitkomsten van Farr nog altijd recht overeind, schrijft Tara Parker-Pope in The New York Times in een uitvoerig artikel (volgende maand verschijnt haar boek 'For Better: The Science of a Good Marriage'). Er bestaat dus zoiets als de 'marriage advantage' en inmiddels kan dat worden geïllustreerd met talloze voorbeelden. Minder kanker, kleinere kans op dementie, maar ook minder kans op auto-ongelukken. Op vele manieren lijkt het huwelijk een soort autogordel te zijn, die de kans op allerlei onheil kleiner maakt. Al is er ook weer het nodige onderzoek met minder vleiende uitkomsten voor de getrouwde staat. Daar blijkt dan uit dat een stressvol huwelijk het lichaam soortgelijke schade kan toebrengen als een flinke rookverslaving. En roken is zo'n beetje het meest ongezonde dat een mens kan doen, horen we tot vervelens toe. En na een stressvol huwelijk een stressvolle scheiding gaat niemand in de koude kleren zitten. Je hebt dus gezonde en ongezonde huwelijken - en het is voorbarig om het insituut huwelijk op een voetstuk te zetten. Het stuk in The New YorkTimes gaat vooral over stress en de kwaliteit van het huwelijk, en verhaalt veel behartenswaardige zaken. Als gezegd, het is nogal lang, maar als uw huwelijk toch niet meer je dat is, kunt u rustig even de kamer verlaten om het op uw gemak te gaan lezen. Mag uw partner het allemaal even alleen uitzoeken.