Er zijn natuurlijk vele zaken die gelukkig maken: van een partner tot een vakantie en van een nieuwe broek tot een familiebezoek, maar wat opmerkelijk is en uit alle geluksonderzoek naar voren komt: mensen op het platteland zijn gelukkiger dan in de stad. En in Hellendoorn zijn ze vermoedelijk het allergelukkigst.
Of zoals hoogleraar Martijn Burger, geluksonderzoeker in Rotterdam, het verwoordt
in NRC: "Gemiddeld genomen kun je wel zeggen: in landelijke streken kom je méér gelukkige mensen tegen dan in sterk verstedelijkte gebieden.”
Noaberschap
En hoe dat komt? Het is een cliché, maar het woord 'naoberschap' valt steeds weer. In dorpen heb je uitgebreide sociale netwerken waarin wederkerigheid plaatsvindt. Een inwoner van Hellendoorn omschrijft het als volgt: "Je loopt even binnen bij elkaar, je komt elkaar tegen in het dorp, bij de sportclub, bij de muziekvereniging, op feesten. En als ik jou vraag mij te helpen, dan doe je dat gewoon.”
Jorrit Eijbersen (48), burgemeester van de gemeente Hellendoorn vertelt: "Je leeft hier met een glimlach op je gezicht. Dat is écht zo: iedereen groet elkaar op straat. In het westen van het land, waar ik vandaan kom, maak je dat toch minder vaak mee.”
Aanprutsen en affectie
Tialda Haartsen, hoogleraar plattelandsgeografie in Groningen, spreekt van aanprutsen en affectie. "Een dorpsgemeenschap geeft je fysiek en mentaal de ruimte om lekker je eigen gang te gaan. De mensen wonen er niet op elkaars lip. Tegelijk kennen ze elkaar, wat maakt dat ze elkaar ook wat gunnen. In een stad klagen mensen algauw over wat je doet in je achtertuin. In een dorp loop je dan even langs en schuif je aan bij de koffie.”
En affectie? "Dat is een gevoel van trots op de plek waar je woont: ‘Mijn dorp is het beste dorp’ – die emotie. Het kan evenzogoed een stadswijk zijn: de oude Jordaan in Amsterdam, de Oosterpoort in Groningen. Meestal zijn het plekken met een bijzondere geschiedenis, met een eigen verhaal.”