Het is een doorn in het oog van veel rechtse Nederlanders: statushouders krijgen voorrang bij een sociale huurwoning en daarom zijn de wachttijden zo lang. Met het nieuwe kabinet zal dat binnenkort verleden tijd zijn, denken ze. Maar klopt dat wel? Ionica Smeets rekent het in de Volkskrant nog één keer uit.
Ten eerste is het al sinds 2017 zo dat gemeentes zelf mogen kiezen of ze statushouders voorrang geven. Dat hoeven ze dus niet te doen. Maar stel ze doen dat wel, dan gaat 8 procent van de socialehuurwoningen naar statushouders. Het betekent simpelweg dat de wachttijd met 8 procent zou dalen als geen enkele statushouder nog voorrang krijgt.
De gemiddelde wachttijd voor een socialehuurwoning is op dit moment 7 jaar. Haal je daar 8 procent van af, dan wordt de wachttijd 6,4 jaar. Het scheelt dus amper. Het blijft schandalig lang duren voor je een sociale huurwoning hebt bemachtigd.
Benieuwd of het beoogd woonminister Mona Keijzer wél gaat lukken om snel veel huizen te bouwen, iets wat bij haar voorganger Hugo de Jonge faliekant is mislukt. Dáárom zijn de wachtlijsten zo lang, niet omdat een paar statushouders een plekje krijgen om te wonen.