Het kabinet maakt 58,5 miljoen euro vrij voor hulp aan slachtoffers van conflicten in het Midden-Oosten. Het grootste deel (48,5 miljoen) is bestemd voor de bestrijding van de humanitaire crisis die is ontstaan door de strijd in Syrië en Irak. De overige 10 miljoen euro gaat naar Jemen.
Een woordvoerder van minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) bevestigt berichtgeving hierover vrijdag in de Volkskrant. Volgens Ploumen heeft de crisis in de regio een ongekende omvang bereikt. ,,De noden zijn nog nooit zo hoog geweest.''
Er gaat 5 miljoen naar Libanon voor voedselhulp en eenzelfde bedrag naar Irak voor humanitaire hulp. De VN heeft dit jaar 8 miljard dollar nodig voor noodhulp in de regio en daarvan is nog minder dan 40 procent binnen. Verder gaat er geld naar onder meer projecten in vluchtelingenkampen in Jordanië en Libanon.
Burgeroorlog
Meer dan 4 miljoen Syriërs zijn hun land ontvlucht sinds de burgeroorlog in dat land in 2011 losbarstte. Nederland heeft sindsdien meer dan 114 miljoen euro aan noodhulp gegeven aan Syrische vluchtelingen.
In Jemen verslechtert de situatie en waarschuwen hulporganisaties voor een hongersnood. Hier is 80 procent van de bevolking hulpbehoevend ofwel 21 miljoen mensen. ,,Dit soort cijfers is nauwelijks te bevatten'', aldus Ploumen. De VN zal de Nederlandse noodhulp onder meer inzetten voor hulp aan ondervoede kinderen.