Onderzoekers melden dat veel patiënten van wie gedacht wordt dat ze in een vegetatieve ('een plant') of minimaal bewuste toestand verkeren, toch in staat zijn om te denken.
Wanneer mensen ernstig hersenletsel oplopen - bijvoorbeeld als gevolg van auto-ongelukken, valpartijen of hersenbloeedingen - kunnen ze wekenlang in
coma raken, met gesloten ogen en een lichaam dat niet reageert.
Sommigen herstellen, maar anderen komen in een mysterieuze toestand terecht: ogen open, maar zonder duidelijke tekenen van bewustzijn. Ze kunnen tientallen jaren overleven zonder weer contact te krijgen met de buitenwereld. Of hun leven wordt beëindigd, omdat ze eigenlijk al dood zouden zijn.
Deze patiënten vormen een mysterie voor zowel hun familie als voor de medische professionals die voor hen zorgen. Zelfs als ze niet kunnen communiceren, zijn ze zich dan misschien nog wel iets bewust?
Een groot onderzoek dat woensdag is gepubliceerd en waar de
New York Times , suggereert dat dit bij een kwart van hen het geval is. Die kwart heeft een vorm van denken en van bewustzijn.
Teams van neurologen in zes onderzoekscentra vroegen 241 patiënten die niet reageerden om enkele minuten achter elkaar complexe cognitieve taken uit te voeren, zoals zich voorstellen dat ze aan het tennissen waren. Bij vijfentwintig procent waren in de
hersenen vervolgens dezelfde patronen van hersenactiviteit te zien als bij gezonde mensen, wat suggereert dat ze in staat waren om na te denken en zich op dus zijn minst enigszins bewust waren dat ze bestaan en dat de buitenwereld bestaat.
Dr. Nicholas Schiff, neuroloog bij Weill Cornell Medicine en auteur van het onderzoek, zei dat het onderzoek aantoont dat heel veel comateuze patiënten een bepaald niveau van bewustzijn kunnen hebben ondanks hun verwoeste hersenen. Ze kunnen een beetje denken.
Dit is een schokkende constatering. Het familielid waarvan de dokter je zei dat hij of zij eigenlijk een plant is, kan dus nog reageren op wat wordt gezegd en kan nog denken.
De resultaten zouden moeten leiden tot meer verfijnde onderzoeken van mensen met zogenaamde bewustzijnsstoornissen en tot meer onderzoek naar hoe deze patiënten met de buitenwereld kunnen communiceren, zei hij: “Het is niet OK om dit te weten en niets te doen.”
Wanneer mensen het bewustzijn verliezen na een hersenletsel, stellen neurologen traditioneel de diagnose met een onderzoek aan het bed. Ze kunnen de patiënt vragen iets te zeggen, naar links of rechts te kijken of een duim omhoog te steken.
Een patiënt die helemaal niet reageert, wordt gediagnosticeerd als vegetatief. Een patiënt die slechts vluchtige reacties geeft, kan gediagnosticeerd worden als minimaal bij bewustzijn.
Vanaf eind jaren negentig maakten Dr. Schiff en zijn collega's gedetailleerde scans van de hersenen van een aantal patiënten met bewustzijnsstoornissen. Hoewel veel van hen enorme schade bleken te hebben, hadden anderen verrassend veel intact weefsel.
De neurologen vroegen zich af of ten minste enkele van de patiënten nog “daarbinnen” waren - en het gewoon aan niemand konden laten weten.
Enkele teams van onderzoekers gingen op zoek naar tekenen van bewustzijn. Ze gebruikten eerst een techniek die functional magnetic resonance imaging heet om de bloedstroom door de hersenen te volgen.
In een onderzoek uit 2006 vroegen Adrian Owen, toen werkzaam bij de Medical Research Council Cognition and Brain Sciences Unit in Cambridge, Engeland, en zijn collega's een vrouw die gediagnosticeerd was als vegetatief, om zich voor te stellen dat ze tennis speelde.
Beeldvormende scans toonden aan dat regio's in haar hersenen actief werden als reactie. Het waren dezelfde gebieden die actief worden in onbeschadigde hersenen.
De vroege studies lieten neurologen zich afvragen of een dergelijke aandoening - die Dr. Schiff cognitieve motorische dissociatie noemt - zeldzaam was. De enige manier om een antwoord te krijgen was door een groot onderzoek uit te voeren.
Zes groepen experts begonnen in 2008 samen te werken aan een onderzoek.
Om er zeker van te zijn dat ze niet voor de gek werden gehouden door valse signalen, probeerden de onderzoekers de patiënten enkele minuten cognitieve taken te laten uitvoeren.
De onderzoekers testten 241 patiënten die niet reageerden op commando's tijdens een traditioneel onderzoek. Ze lieten ook gezonde vrijwilligers dezelfde taken uitvoeren. De onderzoekers gaven de gegevens vervolgens door aan een team van statistici van de Icahn School of Medicine at Mount Sinai. Het team voerde de analyse uit zonder te weten welke resultaten van welke onderzoeksgroep afkomstig waren.
Uit hun analyse bleek dat 60 patiënten tekenen van bewustzijn vertoonden op de functionele M.R.I.-scans, elektrodeopnames of beide.
Het is mogelijk dat mensen met bewustzijnsstoornissen op een dag kunnen profiteren van hersenimplantaten die zijn ontwikkeld om mensen met andere aandoeningen te helpen communiceren.